IRM geeft met nieuw, breder rivierenbeleid vervolg aan Ruimte voor de Rivier
Van woensdag 31 januari 2024 tot en met dinsdag 12 maart 2024 kan iedereen reageren op het Ontwerp Programma IRM. In dit programma leggen Rijk en regio met nieuw rivierenbeleid de basis voor een toekomstbestendig rivierengebied waar het veilig en aangenaam wonen, werken en recreëren blijft. Met nieuw beleid voor rivierbodemligging en afvoercapaciteit van de Rijn en Maas beoogt IRM ongunstige ontwikkelingen in het rivierengebied voor onder andere zoetwaterbeschikbaarheid, natuur en scheepvaart te keren en te anticiperen op mogelijk naderende gevolgen van klimaatverandering met vaker voorkomende periodes met extremer hoog- en laagwater.
Geef je mening
Reageer direct op het Ontwerp Programma IRM
Besluiten in het Ontwerp Programma IRM
Nederland krijgt in toenemende mate te maken met zeer warme, natte én droge periodes. Wat in het rivierengebied zorgt voor periodes met extreem hoogwater en langduriger extreem laagwater. Om de rivieren hierop voor te bereiden, is nieuw rivierenbeleid gemaakt. Dit staat in het Ontwerp Programma Integraal Riviermanagement, waarop je nu dus kunt reageren.
Het rivierenbeleid is de basis voor (rivier)maatregelen die het Rijk de komende jaren samen met provincies, gemeenten en waterschappen en in samenspraak met maatschappelijke organisaties verder uitwerken en uitvoeren. Dit begint met de aanpak van de steeds verdergaande rivierbodemdaling, door onder meer te stoppen met ontgrondingen in de hoofdgeul van de rivier. Ook moeten we ervoor zorgen dat we de waterafvoer bij hoogwater en laagwater goed kunnen blijven regelen.
Zo zorgen Rijk en regio er zo goed als mogelijk voor dat het veilig wonen en werken blijft in het rivierengebied. Dat rivieren bevaarbaar blijven. Dat de natuur zich kan ontwikkelen en de ecologische waterkwaliteit kan herstellen. Dat we voldoende zoetwater en drinkwater beschikbaar houden. En dat er ruimte blijft voor economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.
Dit vraagt om scherpe keuzes, want de maatregelen die nodig zijn, vragen ruimte. En op sommige plekken méér ruimte - ook binnendijks, aan de landzijde van de rivieren - dan nu is gereserveerd. In het Ontwerp Programma IRM is hiervoor een eerste inschatting gemaakt.
Meer informatie
Op deze website vind je uitgebreide informatie over het ontwerpprogramma. Ook blikken we vooruit op hoe en waarmee we verdergaan binnen IRM na vaststelling van het definitieve programma, naar verwachting medio 2024.
Recente gebeurtenissen onderstrepen de noodzaak van IRM
Met uitzondering van 2021 kenmerken alle zomers vanaf 2017 zich door droogte. 2018 en 2022 prijken in de top tien van droogste zomers in meer dan een eeuw tijd. In de zomer van 2021 vond juist hevige regenval plaats die tot grote schade in Limburg leidde. De wateroverlast gedurende de afgelopen jaarwisseling staat het meest vers op het netvlies. Door klimaatverandering kunnen dit soort gebeurtenissen in de toekomst vaker en heviger voorkomen.
De afgelopen jaarwisseling leidde een samenloop van omstandigheden – hoge rivierafvoer, langdurige regen, hoog peil op de Noordzee en storm – tot een met water verzadigd Nederland. Dat we de hoge rivierafvoeren kunnen verwerken wordt onder andere toegeschreven aan het reeds afgeronde programma Ruimte voor de Rivier. Dankzij dit programma en de dijkversterkingen die we de afgelopen jaren hebben uitgevoerd kan er zelfs aanzienlijk meer water veilig over de grote rivieren worden afgevoerd dan gedurende de jaarwisseling heeft plaatsgevonden.
IRM neemt nu het stokje over waar Ruimte voor de Rivier is geëindigd. Dankzij dit afgeronde programma, Maaswerken en het Hoogwaterbeschermingsprogramma voldoet de hoogwaterveiligheid in Nederland in 2050 aan de wettelijke normen. Ook met de naar verwachting vaker voorkomende en extremere hoogwaterpieken op de Rijn en Maas.
Binnen IRM kijken we nu breder dan Ruimte voor de Rivier en richten we ons ook op maatregelen die nodig zijn vanwege de vaker voorkomende droogte en het laagwater op de rivieren. We onderzoeken daarbij waar extra ruimte nodig is in het rivierengebied. IRM borduurt hierbij voort op de toentertijd vernieuwende aanpak van Ruimte voor de Rivier door aan te haken bij het natuurlijk gedrag van de rivier en diens behoefte aan ruimte.
IRM in vier minuten
Meer weten over waarom IRM nodig is en welke keuzes de overheidspartners maken in het Programma IRM? Bekijk de animatie:
De grote rivieren zijn belangrijk voor de Nederlandse economie en beïnvloeden de leefbaarheid.
We krijgen in toenemende mate te maken met zeer natte periodes, die in het rivierengebied zorgen voor extreem hoogwater.
En ook met warme en droge periodes die zorgen voor langduriger, extreem laagwater.
Daarom gaan Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten in het programma Integraal Riviermanagement samen aan de slag om het rivierengebied toekomstbestendig te maken én te houden voor volgende generaties.
Het hoogwater en de watertekorten bedreigen de waterveiligheid, zoetwatervoorziening, scheepvaart, natuur, ecologische waterkwaliteit en economie.
Daarnaast daalt de rivierbodem.
Dit komt door erosie van het zomerbed en door een tekort aan sediment in de rivier.
De rivier wordt hierdoor steeds dieper en wordt het waterpeil lager.
Deze erosie speelt met name op de Waal, maar ook op de IJssel en delen van de Maas. Het lagere waterpeil zorgt voor verdroging van de natuur en voor andere verdeling van het beschikbare water over de riviertakken.
Daardoor gaat er geleidelijk steeds minder water via de IJssel naar het IJsselmeer, dé zoetwaterbuffer van Nederland. Omdat de rivierbodem niet op alle plekken zakt en niet overal even snel, ontstaan ondieptes en neemt de vaardiepte af.
Daar heeft de scheepvaart last van. Rijk en regio pakken deze opgaven aan met nieuw rivierenbeleid. Het beleid gaat over de “rivierbodemligging en sedimenthuishouding in de rivieren” en over de “afvoer- en bergingscapaciteit van de rivieren”.
Dit staat beschreven in het Programma IRM. Het riviersysteem staat hierbij centraal. De komende jaren werken Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten, in samenspraak met maatschappelijke organisaties, dit beleid verder uit.
In het Programma IRM wordt een aantal keuzes gemaakt. Voor de rivierbodem is opgenomen dat: - Ontgrondingen uit de vaargeul van de rivier stoppen om verdergaande bodemdaling in de rivier te voorkomen.
- Ervoor wordt gezorgd dat sediment zich weer goed kan verplaatsen in de rivieren en op de goede plekken achterblijft. - Er zo min mogelijk gebaggerd hoeft te worden om de hoofdgeul bevaarbaar te houden.
Voor de Grensmaas voegen we sediment toe om daling van de rivierbodem tegen te gaan. Voor de Rijntakken onderzoeken we waar het verhogen van de rivierbodem op termijn nodig en haalbaar is.
Voor de waterafvoer en berging is in het Programma IRM opgenomen dat:
- Er onderzoek wordt gedaan hoe de waterverdeling bij hoog- en laagwater precies moet zijn.
- Wordt onderzocht welke maatregelen goed zijn voor meerdere rivierfuncties. De riviermaatregelen die nodig zijn, vragen om ruimte. I
RM onderzoekt de komende tijd preciezer of, waar en hoeveel ruimte er nodig is. Dit kan mogelijk ook binnendijkse ruimte zijn.
En kan in de toekomst om scherpe keuzes vragen. Zo zorgen Rijk en regio er met IRM voor dat er veilig gewoond en gewerkt kan worden in het rivierengebied de rivieren bevaarbaar blijven, de natuur zich kan ontwikkelen en de ecologische waterkwaliteit kan herstellen.
Er voldoende zoetwater en drinkwater beschikbaar blijft En dat er ruimte blijft voor economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.
Rijk en regio samen aan de slag met rivierenbeleid
De komende decennia gaan Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten in het Maas- en Rijngebied het nieuwe rivierenbeleid samen verder uitwerken en uitvoeren, in samenspraak met maatschappelijke organisaties.
Vanaf 2024 werken we binnen IRM aan maatregelen voor de Rijn en de Maas en gaan we na welke (inter)nationale afspraken nodig zijn. Ondertussen blijven we leren van lopende projecten, waaronder de IRM-pilots, in het rivierengebied. Voor dit traject staat in het Ontwerp Programma IRM een routekaart opgenomen met de te nemen stappen.
IRM levert input voor de herijking van de deltabeslissingen in 2026 en werkt daarbij samen met andere deltaprogramma’s zoals die voor het IJsselmeergebied, de Zuidwestelijke Delta, Rijnmond-Drechtsteden en Zoetwater. IRM loopt in de pas met het Deltaprogramma en herijkt haar programma ook elke zes jaar.